- afrennen
- {{afrennen}}{{/term}}1 [zich rennend verwijderen] partir en courant2 [+ op][tegemoet snellen] courir (vers)3 [naar een lagere plaats rennen] dévaler♦voorbeelden:1 de jongens renden het erf afde trap afrennen • descendre l'escalier quatre à quatre2 het meisje rende op haar vader af • la fillette s'élança vers son pèrehij rende op zijn ongeluk af • il courait à sa perte • ↑ les gamins s'élancèrent hors de la cour
Deens-Russisch woordenboek. 2015.